Dankzij Paul krijgt Den Oever monument voor razzia waarbij 200 mannen zijn gedeporteerd

Per toeval stuitte Paul von Wolzogen Kühr op het oorlogsdagboek van Peet Stigter. Die was 37 jaar toen hij in december 1944 werd gedwongen in nazi-Duitsland te gaan werken. Net als 200 andere Wieringers werd hij per schip gedeporteerd. Vier mannen kwamen niet meer terug. Niets in Den Oever herinnert hier nog aan. Dat moest anders, vond Von Wolzogen Kühr. Op zijn initiatief wordt vanmiddag een monument onthuld. Er zijn wel meer Wieringers die in de oorlog een dagboek hebben bijgehouden, maar geen daarvan is zo gedetailleerd als dat van Peet Stigter. Stigter was een opvallende verschijning op Wieringen. Hij was schillenboer, droeg vieze en versleten kleren en was analfabeet. En toch wist hij in de oorlogsjaren een dagboek bij te houden. Weliswaar slecht leesbaar, met taalfouten, zelfverzonnen woorden en punten en komma's op de verkeerde plekken. Maar toch. Paul von Wolzogen Kühr is een jaar bezig geweest om het dagboek te ontcijferen. "Toen ik eenmaal begreep wat er stond, kon ik niet stoppen met lezen." De acht met potlood volgeschreven schriftjes werkte hij uit tot een boek. In eigen beheer gaf hij die uit en de 1.400 exemplaren zijn inmiddels al bijna allemaal verkocht. Idee naar monument Rotterdam Het dagboek bracht Paul ook op het idee om een monument in Den Oever te laten plaatsen dat stilstaat bij de grote razzia in december 1944, waarbij ook Peet Stigter werd meegenomen. "In Rotterdam hebben ze een paar jaar geleden een monument onthuld voor een grote razzia waarbij 60.000 mensen zijn weggevoerd", vertelt Paul. "Een enorm aantal. Op Wieringen werden 200 mensen meegenomen. Veel minder, maar in verhouding met het aantal inwoners is dat vergelijkbaar. Dus ik dacht: als een monument daar kan, moet het hier ook kunnen." Tekst gaat verder onder de foto. De gemeente Hollands Kroon reageert meteen enthousiast als Paul met het idee komt. Wieringer kunstenaar Marc Ruygrok ontwerpt het monument; in Limburg wordt het gemaakt. Deze week is het monument geplaatst in de kademuur van de haven van Den Oever. "Het is een patrijspoort en symboliseert de laatste blik op Wieringen die de 200 mannen hadden." Hij kwam in 1945 op 35-jarige leeftijd om het leven De grootvader van Gea Barelds, Teunis Barelds, is een van de vier mannen die werden meegenomen en niet meer terugkwamen. Hij kwam in april 1945 op 35-jarige leeftijd om het leven bij een tragisch ongeval. "Hij schuilde vanwege bombardementen onder een vrachtwagen, toen die wagen ineens begon te rijden", vertelt Gea. Zijn familie wist lang niet wat er met hem was gebeurd. "Pas in 1946 kregen ze de bevestiging dat hij was overleden." Gea's vader, die dertien was toen hij zijn vader verloor, en oma hadden het ongetwijfeld heel mooi gevonden dat er nu een monument is dat stilstaat bij de razzia in 1944, denkt ze. "Zij zouden het heel belangrijk hebben gevonden." Gea is bij de onthulling van het monument. 'Moet met respect terugkijken' Ook Arno Slabbekoorn is er vandaag bij. Zijn opa Marinus Slabbekoorn, naar wie hij is vernoemd, was ook 35 jaar oud toen hij in 1945 - vlak voor de bevrijding - door een granaatscherf omkwam. "Mijn vader was nog maar 1 jaar toen zijn vader stierf. Hij heeft hem dus nooit gekend. Het is voor mij dus ook heel ver weg. Ik heb alleen een foto van mijn opa. Maar het is wel historie. Je moet met respect terugkijken naar wat daar is gebeurd."