Scholieren later vaker in problemen door matsen in coronatijd

Scholieren die tijdens de coronacrisis bij hun examen werden gematst, kwamen later in het vervolgonderwijs vaker in de problemen dan andere studenten. Dat schrijft Trouw op basis van een evaluatie van het ministerie van Onderwijs. In de coronatijd hadden scholieren veel te maken met thuisonderwijs en thuisstudie, waardoor in ieder geval een deel van hen moeite had met leren. De overheid toonde daarom coulance: in de schooljaren 2020-2021 en 2021-2022 kregen alle scholieren een extra herkansing om een onvoldoende weg te werken. Ook mochten ze het cijfer van één examenvak buiten beschouwing laten, de zogeheten wegstreepregeling. Dat 'matsen' had echter gevolgen in de latere studieloopbaan, blijkt uit de evaluatie. Studenten die gebruik maakten van de versoepelde regels vielen tijdens de vervolgstudie vaker uit. Dat geldt zowel voor studenten in het mbo als op de hogeschool en universiteit. 'Niet altijd gunstig' Vwo'ers vielen op de universiteit twee keer zo vaak uit wisselden twee keer zo vaak van studie als 'gewone geslaagden'. Zelfs degenen die op eigen kracht hun diploma maar net hadden gehaald deden het in het vervolgonderwijs beter dan degenen die van de versoepelingen gebruik hadden gemaakt. "De lat lager leggen is niet altijd gunstig", concludeert het ministerie van Onderwijs. "Bedacht moet worden dat deze studenten met minder bagage op hun nieuwe school moesten starten in tijden van schoolsluitingen." Het ministerie wil lessen trekken uit de evaluatie voor een volgende crisis.