De rechtbank in Hongkong heeft mediamagnaat Jimmy Lai schuldig bevonden aan samenspanning met buitenlandse machten en het publiceren van opruiend materiaal. Het gaat om strafbare feiten onder de nationale veiligheidswet die China in 2020 invoerde. Op de zwaarste aanklacht staat een mogelijk levenslange gevangenisstraf; de strafmaat wordt op zijn vroegst in januari vastgesteld. De zaak geldt als de meest prominente vervolging sinds de invoering van de veiligheidswet. Lai spreekt de beschuldigingen tegen. De familie van Lai maakt zich ernstige zorgen over zijn gezondheid. De inmiddels 78-jarige Lai zit al sinds 2020 in eenzame opsluiting en het proces moest meerdere keren onderbroken worden op medische gronden. Schuldig Volgens de rechtbank heeft Lai via zijn krant Apple Daily mensen aangezet tot opruiing. De inmiddels opgedoekte krant, destijds de op een na grootste van Hongkong, publiceerde commentaren en opiniestukken met scherpe kritiek op de Chinese en Hongkongse autoriteiten. Onder de veiligheidswet kan dit worden bestraft met maximaal twee jaar gevangenisstraf. De tweede aanklacht, samenspanning met buitenlandse machten, vormde de kern van de ruim twee jaar durende rechtszaak. Voorafgaand aan zijn arrestatie had Lai contact met meerdere invloedrijke buitenlandse figuren. Het vermoeden was dat het de ontmoetingen met Amerikaanse officials waren die de autoriteiten in het verkeerde keelgat waren geschoten. Dat werd vandaag bevestigd. Vlak voor zijn arrestatie in 2020 ontmoette Lai toenmalig vicepresident Mike Pence, voorzitter van het Huis van Afgevaardigden Nancy Pelosi en de veiligheidsadviseur van Trump, John Bolton. Zonder namen te noemen stelde de rechter vandaag dat Lai in de gesprekken met Amerikaanse officials heeft gelobbyd om sancties op te leggen aan China en Hongkong. Volgens Reuters, een van de weinige media die in de rechtbank aanwezig mocht zijn, zou de rechter de ontmoeting vergeleken hebben met als "een Amerikaans staatsburger aan Rusland zou vragen sancties in te voeren tegen de staat California". Dat hij om sancties tegen China zou hebben gevraagd, verraste de rechter ook niet. Deze stelde dat er geen twijfel bestaat dat Lai "haat en wrok koesterde tegen China". Onder de nationale veiligheidswet kan het uiten van vijandigheid jegens de staat worden aangemerkt als een strafbaar feit. Prominente zaak Lai was een van de meest invloedrijke en prominente figuren van de pro-democratieprotesten in Hongkong. De Apple Daily schreef niet alleen uitvoerig over de protesten en het harde optreden van de autoriteiten, het gaf demonstranten ook tips over hoe ze zich konden beschermen en waar ze zich konden verenigen. Ook publiceerde de krant in het Engels zodat de hele wereld kon meelezen wat er in Hongkong gebeurde. Behalve de belangrijke rol die hij de Apple Daily toebedeelde in het verzet tegen de invloed van Peking, was hij ook in persoon erg uitgesproken. Hij werd verschillende keren opgepakt, maar iedere keer dat hij vrijkwam, voegde hij zich zo snel mogelijk weer bij de demonstranten. Ook toen het alsmaar duidelijker werd dat zijn dagen in vrijheid geteld waren, deed hij geen stap terug. De in China geboren Lai is inmiddels Brits staatsburger. Hij had Hongkong kunnen ontvluchten, maar dat deed hij niet. Hij stelde de vrijheid van Hongkong boven zijn eigen vrijheid, en daarmee werd het boegbeeld geboren, een martelaar voor de vrijheid van Hongkong. Mediaklimaat Er is inmiddels veel veranderd in het medialandschap van Hongkong. Van de vrijheid van meningsuiting die de stad ooit kende is weinig meer over. Kranten als de Apple Daily, die zich kritisch uitlieten over Peking of Hongkong, bestaan niet meer. Ook zijn talloze kritische journalisten, activisten en advocaten sinds de invoering van de nationale veiligheidswet veroordeeld. Toch is er nog altijd meer toegang tot informatie dan in China. Internationale kranten zijn in tegenstelling tot het vasteland van China nog steeds te lezen. Maar ook voor hen begint het klimaat te veranderen. Enkele weken geleden werden internationale media, waaronder Bloomberg en The Wall Street Journal, door de Chinese veiligheidsdiensten ontboden vanwege berichtgeving over een dodelijke flatbrand. Daarbij werd expliciet verwezen naar de nationale veiligheidswet. Hoelang internationale media hun werk kunnen blijven doen zoals ze dat altijd gedaan hebben en Hongkongers daar toegang tot houden, is de vraag.