De boete van 2 miljoen euro die door de Autoriteit Consument & Markt (ACM) aan PostNL werd opgelegd, is vandaag door het College van Beroep voor het bedrijfsleven(CBb) geschrapt. De toezichthouder legde de boete in 2021 op omdat het bedrijf de wettelijke norm voor tijdige postbezorging in 2019 niet had gehaald . Volgens die norm moet 95 procent van de brievenbuspost de volgende bezorgdag in de bus liggen, maar uit een proefbriefonderzoek van de waakhond bleek dat PostNL in 2019 slechts 94,34 procent van de post op tijd bezorgde. PostNL ging in beroep en beriep zich op overmacht. Er waren na de overname van bezorger Sandd problemen ontstaan in het netwerk. Om die op te lossen werden grote hoeveelheden partijenpost van Sandd via het eigen PostNL-netwerk bezorgd. Daardoor kwam de brievenbuspost in het gedrang. Als ze dat niet hadden gedaan, waren er ook weer vertragingen ontstaan, aldus PostNL. De ACM zei dat het bedrijf niet genoeg op de problemen bij Sandd had geanticipeerd. Bovendien stond de postbezorging in de periode van de overname al onder druk. De rechter stelde in 2022 de ACM in het gelijk. Boete vervalt Het postbedrijf ging in hoger beroep. PostNL wees bij de zitting op een technisch gebrek van het onderzoek van de ACM. Bij 0,6 procent van de brieven in het proefbriefonderzoek kan niet vastgesteld worden of de brieven te laat zijn door een vertraging van PostNL. Het CBb is het daarmee eens. "De oorzaak kon ook liggen bij de verzender of ontvanger van de brief", valt te lezen in het vonnis. Deze brieven moeten daarom buiten de berekening gehouden worden, en dus voldeed PostNL wel aan de norm van 95 procent in 2019 en is er geen sprake van een overtreding. Het besluit is definitief, want het CBb is de hoogste rechter op het gebied van economisch bestuursrecht. De ACM zegt in een reactie de uitspraak te gaan bestuderen "om de gevolgen ervan te bepalen."