Britse studenten kunnen in 2027 weer meedoen aan het Europese uitwisselingsprogramma Erasmus+. Het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie hebben dat vandaag bekendgemaakt . De overeenkomst is voor één studiejaar vastgesteld. De Britten kunnen dan voor het eerst sinds Brexit zonder extra kosten studeren aan een Europese onderwijsinstelling. Ook kunnen Europese studenten via het programma weer voordelig studeren aan Britse universiteiten. De Britse minister Thomas-Symonds noemde de overeenkomst een "enorme overwinning voor onze jongeren". Volgens de Britse regering kunnen over twee jaar meer dan 100.000 Britten profiteren van het programma. De Britse regering draagt voor het studiejaar 2027-2028 zo'n 570 miljoen pond (bijna 650 miljoen euro) bij aan het programma. De bijdrage voor de jaren erna wordt op een later moment vastgesteld. Verbinding Het Erasmusprogramma werd in 1987 opgericht met als doel om Europeanen met elkaar te verbinden. Het uitwisselingsprogramma is vernoemd naar de Nederlandse humanist en wetenschapper Desiderius Erasmus. Met Erasmusbeurzen kunnen studenten tussen de 2 en 12 maanden, en in sommige gevallen tot 24 maanden, in een ander Europees land vakken volgen. Ook volwassenen die studeren, docenten en jeugdwerkers kunnen meedoen aan het uitwisselingsprogramma . Belangrijke eis Groot-Brittannië stapte in 2020 na de Brexit uit Erasmus+. Premier Johnson vond toen de kosten voor het uitwisselingsprogramma te hoog. De regering van Keir Starmer zoekt weer toenadering tot de EU. Toetreding tot het Erasmusprogramma was een belangrijke eis van de EU bij het aanhalen van de banden. De EU onderhandelt ook nog met de Britten over de toetreding tot het EU-elektriciteitsnet en het versoepelen van handelsbelemmeringen voor voedsel en drank. De gesprekken over de toetreding van het VK tot een belangrijk EU-defensiefonds liepen vorige maand stuk, omdat de partijen het niet eens konden worden over de prijs die de Britten hiervoor zouden moeten betalen.