De 'hysterie' rond vuurwerk zal langzamerhand verdwijnen, verwacht brandwondenarts Paul van Zuijlen. Ieder jaar rond de jaarwisseling ziet hij dezelfde obsessieve vuurwerkkoorts, die enkele weken later spontaan verdwenen is. "Ik verwacht dat dat met een verbod langzaam uit de cultuur slijt", zegt hij. In november 2018 deelt Van Zuijlen een bericht op X, het toenmalige Twitter. "Lieve mensen, het is 4 november en nacht. Zojuist heb ik alweer het eerste #vuurwerk #slachtoffer geopereerd." Vanuit zijn werk als plastisch chirurg op de brandwondenafdeling en directeur van het brandwondencentrum in Beverwijk probeert hij met zulke berichten te waarschuwen. Maar wat bedoeld was als waarschuwing, ontketende een verhitte discussie en een stroom aan negatieve reacties. Hij zou betuttelend zijn, mensen hun plezier afnemen. Juist die heftigheid valt hem op. "Rond de jaarwisseling heeft iedereen het erover. Twee weken later hoor je niemand meer. Dat is toch bijzonder? Ik vind dat fascinerend." Hysterische vuurwerkkoorts in cultuur Volgens Van Zuijlen heeft dit alles te maken met een diepgeworteld cultureel patroon. "Dat gevoel van: het is het einde van het jaar, dus dan mogen we even knallen. Dat zit zo vast in de hoofden van mensen. Als dat verdwijnt, wordt die hele discussie denk ik ook minder." Als voorbeeld wijst hij op de coronaperiode, waarin een algeheel vuurwerkverbod gold. "Er was toen natuurlijk veel meer aan de hand, maar je zag wel dat het aantal ongevallen fors lager lag. Ik weet het niet zeker, maar ik geloof en hoop dat zo’n verbod daarom kan werken." Daar komt volgens hem bovenop dat het misbruik van vuurwerk de afgelopen jaren uit de hand is gelopen. "Ik ben niet per se tegen vuurwerk, maar wel tegen vuurwerkslachtoffers. Ook het geweld tegen hulpverleners loopt volledig de spuigaten uit." Ieder jaar opnieuw houdt hij zijn hart vast en ziet hij telkens dezelfde patronen terugkeren. Het gaat vaak mis bij onbezonnen jongeren van een jaar of twaalf met een 'mij overkomt het niet'-mentaliteit, of bij ouderen met een verminderde reactiesnelheid, gecombineerd met overmoed door alcohol of drugs. "Dan doen ze een wedstrijdje wie een cobra het langst kan vasthouden. Geloof me: je loopt oorlogsletsel op. Het is echt slagersgeneeskunde." Bang voor heftige jaarwisseling De recente berichten over grotere vuurwerkbestellingen zijn Van Zuijlen dan ook niet ontgaan. Ze zouden, vreest hij ook, kunnen wijzen op extra druk voor ziekenhuizen. Toch blijft hij er nuchter onder. "Ik denk dat ook, maar misschien piekt het alleen rond middernacht. We weten het niet. We zijn in ieder geval voorbereid, maar het is niet zo dat we ineens twee keer zoveel artsen inzetten." De ernstigste verwondingen ziet hij vooral door illegaal vuurwerk - vuurwerk dat nu ook al verboden is. Het argument dat een verbod daarom niet zo helpen of tot méér illegaal gebruik leidt, zwakt hij af met zijn eerdere punt. Die hysterie. "Als we de mystiek rond het knallen loslaten, denk ik dat de druk afneemt. Misschien is het volgend jaar nog net zo erg, maar ik verwacht dat die noodzaak om te knallen dan langzaam wegebt." Een alternatief lijkt hem duidelijk: "Als gemeenten dan samen een mooi schouwspel organiseren - dan is dat toch ook leuk?", sluit hij af. Zelf geniet hij ook van het kleurrijke geknal. Maar wel op gepaste afstand.