Het gaat nog wel even duren voordat de zaak over de Heerhugowaardse 'vriezermoord' inhoudelijk wordt behandeld. Dat bleek vandaag tijdens de vierde pro formazitting in de zaak van de moord op de 67-jarige Albert Visser uit Heerhugowaard, waarvan zijn zoon T. (33) wordt verdacht. Begin 2021 gaf Albert Visser een laatste teken van leven. De politie ging aanvankelijk uit van zelfmoord of vrijwillige verdwijning, maar opende in november 2024 een groot onderzoek rondom het huis van zoon T, bij wie de vader inwoonde. De politie vond het lichaam van de 67-jarige Heerhugowaarder uiteindelijk in stukken gesneden in twee vriezers in het huis aan de Van Everdingenlaan. 'Zoon handelde uit noodweer' Volgens advocaat Daniël Fontein heeft de zoon zijn vader gedood uit noodweer . Albert zou hem hebben aangevallen en zou hebben geprobeerd hem te vergiftigen met rattengif. Daarna ontstond volgens T., die vandaag opnieuw niet aanwezig was in de rechtbank, een worsteling die dodelijk afliep voor zijn vader. Uit paniek en afschuw zou T. het lichaam in stukken hebben gezaagd en opgeslagen in vrieskisten, waarna hij de gebeurtenis jarenlang psychisch heeft verdrongen. Tekst gaat hieronder verder. Tijdens de vierde pro-formazitting in de rechtbank vandaag bleek dat de inhoudelijke behandeling van de zaak nog niet in zicht is. De voorzitter van de rechtbank in Alkmaar waarschuwde de nabestaanden dat het onderzoek nog wel wat tijd in beslag gaat nemen. Daniël Fontein, advocaat van verdachte T., heeft namelijk nog een aantal onderzoekswensen ingediend. Zo moeten er nog meer getuigen worden verhoord. Dat zal volgens de advocaat gaan over de opbouw van de agressie van het uiteindelijke slachtoffer richting zijn zoon. De twee zouden namelijk al jaren een zeer moeizame relatie hebben gehad, voorafgaand aan de dood van vader Albert. Vragen bij conclusies van forensisch onderzoek Ook heeft de verdediging vragen bij de conclusies van het forensisch onderzoek naar de doodsoorzaak van Albert Visser. Daarom wordt ook een patholoog van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) ondervraagd. Dat alles kost tijd, zegt de rechtbank. Daarom is de volgende zitting ook nog een zogenaamde pro forma, waarbij de voortgang van het onderzoek wordt besproken. Die is gepland op maandag 23 maart 2026 in de rechtbank van Alkmaar.