Jongeren geven minder vaak donorvoorkeur op

Nederlanders lieten het afgelopen jaar minder vaak registreren wat er na hun dood met hun organen en weefsel moet gebeuren. Ze staan daarmee automatisch geregistreerd als donor. Volgens nieuwe cijfers van het CBS geven vooral jongeren tussen de 18 en 25 jaar minder vaak een keuze door: 41 procent deed dit niet. Procentueel zijn ze daarmee de grootste groep in het Donorregister die automatisch is opgenomen. In 2022 maakte 36 procent van de jongeren nog geen actieve keuze. Oudere Nederlanders gaven vaker actief een keuze door. Zo heeft bij de 75-plussers slechts 15 procent van de Nederlanders niet actief een keuze gemaakt. In totaal heeft 24 procent van de Nederlanders geen keuze opgegeven. Iedereen die 18 wordt krijgt een brief en een herinnering met de vraag een keuze door te geven. Het CBS-onderzoek meldt niets over de beweegredenen om geen keuze door te geven. Overigens houdt een arts bij overlijden altijd rekening met informatie van nabestaanden, bijvoorbeeld als men overtuigd is dat de overledene echt geen organen wilde donoren. 30.000 meer donors Begin dit jaar stonden in totaal ruim acht miljoen volwassenen geregistreerd als donor. Daarvan hadden 4,8 miljoen mensen actief toestemming gegeven. 3,3 miljoen mensen staan geregistreerd, omdat ze geen keuze hebben ingevuld. Daarmee stonden er bijna 30.000 meer Nederlanders geregistreerd als donor dan het voorgaande jaar. Om het aantal donororganen te laten stijgen, staat sinds 2021 elke Nederlander in principe geregistreerd als orgaandonor. Wie dat niet wil, moet zelf actie ondernemen om die keuze te registreren. In de gemeentes Groningen en Rozendaal staan met 68 en 67 procent de meeste inwoners geregistreerd als donor. In Neder-Betuwe en Urk is dat met 43 en 47 procent het minst. In Urk wonen relatief ook de meeste mensen die geen keuze hebben doorgegeven, 32 procent. Ook expliciete toestemming is daar met 15 procent het minst.