Een megagasproject van het Franse TotalEnergies in het noorden van Mozambique staat op het punt te worden hervat. Het project ligt al vier jaar stil, na aanvallen door een jihadistische groepering. Daarbij vielen zeker 1500 doden, onder wie werknemers van het project en veel burgers. Toch is de Nederlandse baggeraar Van Oord in die periode aan het werk geweest voor Total. Zij hebben voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd. Mocht er iets misgaan in het project, dan betaalt de Nederlandse staat de rekening. Het gaat om de ontginning van een van de grootste gasvelden ter wereld. TotalEnergies wil een installatie voor vloeibaar gas (lng) bouwen aan de kust van de Mozambikaanse stad Palma, een investering van zo'n 20 miljard dollar. Vermeende wandaden Volgens TotalEnergies kan het project, dat in 2029 operationeel moet zijn en jaarlijks 13 miljoen ton vloeibaar aardgas zal produceren, cruciaal worden voor de wereldwijde energiemarkt. Het bedrijf wil nu op korte termijn weer aan de slag. De herstart is omstreden. In Frankrijk loopt een gerechtelijk onderzoek naar TotalEnergies. Slachtoffers en nabestaanden hebben het bedrijf aangeklaagd voor dood door schuld en beschuldigen Total ervan niet adequaat te hebben gereageerd tijdens de aanval op Palma. In Mozambique zelf loopt een onderzoek naar vermeende wandaden van het leger tegen burgers daarna. Er zijn ook beschuldigingen dat Mozambikaanse soldaten die de gasinstallaties moesten beschermen na de aanval burgers hebben opgepakt, gemarteld en vermoord. Nederland staat garant De Nederlandse overheid staat garant voor Van Oords werkzaamheden in de vorm van een exportkredietverzekering. Dit doet de Staat wel vaker, als bedrijven risicovolle projecten aangaan in het buitenland. Ondernemers betalen dan een premie en mocht er iets misgaan, dan schiet de Staat te hulp. In dit geval zou het om ruim een miljard euro gaan. De verzekering werd verstrekt door Atradius, de vaste kredietverzekeraar van de overheid. Een deel van de verzekering staat momenteel op pauze, juist vanwege de gevaarlijke situatie in de regio. Maar het gedeelte van de verzekering dat Van Oords werkzaamheden dekt, de zogenoemde exporteurspolis, loopt nog steeds. "Van Oord houdt zich aan de voorwaarden dus we hebben geen grond om de verzekering te beëindigen", zegt een woordvoerder van het ministerie van Financiën. De NOS heeft Van Oord de afgelopen weken meerdere malen vragen voorgelegd. Het bedrijf zegt wegens een geheimhoudingsclausule geen commentaar te willen geven. Onder druk van de Tweede Kamer stelde minister Heinen van Financiën vorig jaar een onafhankelijk onderzoek in, dat naar eigen zeggen wordt gebruikt bij de herbeoordeling van een gedeelte van de verzekering. Afgelopen maand bleek na Kamervragen van GroenLinks-PvdA'er Hirsch dat Van Oord voorbereidende baggerwerkzaamheden heeft mogen uitvoeren, gedekt door de verzekering van de staat. Dat verbaast Kamerlid Hirsch. "Terwijl ons al die tijd is verteld dat het project stilligt, en terwijl het onafhankelijk onderzoek en de herbeoordeling lopen, bleek vorige maand dat al die tijd een verzekering aan Van Oord is blijven doorlopen. De Kamer is in ieder geval onvolledig geïnformeerd." Koraalriffen Isabelle Geuskens van Milieudefensie noemt het onbegrijpelijk dat Van Oord doorging met het project. "Van Oord is dus gewoon aan de slag gegaan voor een project dat stilligt na een bloedige terroristische aanval en in opspraak is wegens vermeende betrokkenheid bij zware mensenrechtenschendingen - met meerdere lopende onderzoeken als gevolg. En toch vindt minister Heinen dit alles 'maatschappelijk verantwoord ondernemen?'" Ook wijst Geuskens op de schade aan de natuur. Milieudefensie werkte samen met het Britse onderzoekbureau Datadesk dat satellietbeelden van het baggerwerk analyseerde. Daarop zou te zien zijn dat Van Oord koraalriffen heeft beschadigd bij het voorbereidende baggerwerk voor een pijplijn. Extreem geweld Ondertussen gaan de aanvallen door in het gebied waar de werkzaamheden plaatsvinden. Sinds februari zijn er volgens Artsen zonder Grenzen 50.000 mensen op de vlucht. In een deel van de provincie heeft de organisatie de hulp op moeten schorten vanwege de onveiligheid. Conflictonderzoeksorganisatie Acled meldt dat er de afgelopen acht jaar meer dan 6000 doden zijn gevallen door de terroristische aanvallen in de provincie. Zij waarschuwen voor meer instabiliteit en een opleving van het geweld.