Al snel verschijnt het eerste witte wief in de bossen bij Hellendoorn: ‘Ie blieft vannacht bie mie!’

Na een paar honderd meter lopen over het bospad duikt het eerste witte wief op tussen de bomen. Ze schudt met haar hoofd en spreidt haar armen. „Hi, hi, hi”, klinkt het met schelle stem. Ze is een lotgenoot van Minneke, het witte wief van de Holterberg. Lees en huiver.