Dit zijn de armste (en minst arme) gemeenten van Noord-Holland

Nergens in Noord-Holland wonen zo veel mensen in armoede als in Amsterdam en Diemen. Uit nieuwe cijfers van het CBS blijkt dat deze gemeenten ruim boven het landelijk gemiddelde scoren. Daartegenover staat dat inwoners van Edam-Volendam, Castricum en Opmeer juist relatief weinig moeite hebben om financieel rond te komen. Het gaat om mensen die na het betalen van hun woonlasten, energiekosten, zorgverzekering en eigen risico te weinig geld overhouden voor eten, kleding of sociale activiteiten, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek. Half miljoen mensen in armoede Landelijk gezien leefden vorig jaar ruim een half miljoen mensen in armoede, wat neerkomt op 3,1 procent van de bevolking. De verschillen tussen gemeenten zijn daarbij groot: het aandeel inwoners in armoede varieert van 1,1 tot 6,9 procent. Noord-Holland doet het in dat opzicht relatief goed. In 37 van de 44 gemeenten ligt het aandeel van mensen in armoede (ver) onder het landelijk gemiddelde. Vooral Edam-Volendam, Castricum en Opmeer vallen op, met de laagste armoedecijfers van de provincie. In deze gemeenten leeft 'slechts' 1,3 procent van de inwoners onder de armoedegrens. Toch zijn er ook gemeenten in Noord-Holland die het een stuk minder goed doen. Amsterdam springt daarbij in het oog: 6,7 procent van de inwoners leeft er in armoede. Daarmee staat de gemeente volgens de nieuwste CBS-cijfers landelijk op de tweede plaats, na het Limburgse Vaals, waar 6,9 procent van de inwoners onder de armoedegrens leeft. Op enige afstand volgt Diemen, met 5,1 procent. Ook Zandvoort, Hilversum, Amstelveen, Zaanstad en Haarlem scoren relatief slecht. In al deze gemeenten ligt het aandeel inwoners in armoede boven het landelijk gemiddelde. Landelijk meer mensen in armoede Hoewel de verschillen tussen Noord-Hollandse gemeenten dus groot zijn, ziet het CBS wel een duidelijke landelijke trend. In 2024 is de armoede in Nederland voor het eerst in vijf jaar licht toegenomen. Volgens het onderzoeksbureau hangt die stijging vooral samen met het wegvallen van de energiemaatregelen. In 2022 en 2023 ontvingen huishoudens met een laag inkomen nog een energietoeslag van vaak zo’n 1.300 euro. Andere maatregelen zorgden ervoor dat de armoede niet nóg verder opliep, zoals het verhogen van de huurtoeslag en het kindgebonden budget (extra geld voor kinderen).