Morgen start de verkoop van vuurwerk aan consumenten. Waarschijnlijk is het de laatste keer, want volgend jaar geldt vanwege de Wet veilige jaarwisseling vermoedelijk een landelijk vuurwerkverbod. Vuurwerkhandelaren moeten daardoor na jaren stoppen met de verkoop. Maar voordat het landelijk vuurwerkverbod ingaat, moet er nog het een en ander geregeld worden. Zo moet er eerst een handhavingsplan zijn voor de politie en burgemeesters, net als een compensatieregeling voor vuurwerkhandelaren. Daarover wordt nog steeds onderhandeld. Vuurwerkhandelaar Dick Til uit Doetinchem is niet blij met de onduidelijkheid rond de compensatie. "Het vuurwerkverbod komt aardig dichtbij en voor heel veel verkooppunten is nog niks bekend. Wat gaat er gebeuren met onze panden? We hebben veel geïnvesteerd in bunkers om het vuurwerk op te slaan. Worden we daarvoor gecompenseerd?" Geld voor branche In Nederland zijn ruim achthonderd vuurwerkhandelaren. Bij sommige verkooppunten vormt de verkoop maar een paar procenten van de omzet. Andere bedrijven halen volgens Belangenvereniging Pyrotechniek Nederland het grootste deel van de jaaromzet uit vuurwerk. In totaal was de omzet van de branche vorig jaar zo'n 118 miljoen euro, zegt voorzitter Leo Groeneveld. Het landelijke vuurwerkverbod kan voor een deel van de sector een faillissement betekenen. Daarom vroeg de vuurwerkbranche begin dit jaar om een compensatie van 895 miljoen euro. "Dat was voor als het verbod deze jaarwisseling zou ingaan", zegt Groeneveld. In april werd bekend dat volgend jaar ingaat. Toenmalig staatssecretaris Chris Jansen (PVV) zei eerder dat de branche dan op zo'n 50 miljoen euro kan rekenen. In de onderhandelingen over de compensatie vraagt de branche inmiddels een stuk minder dan de 895 miljoen, zegt Groeneveld. "Het zit dichter bij de 50 miljoen dan bij 895 miljoen." Nertsenfokkers, oesterkwekers en kokkelvissers Het is begrijpelijk dat de vuurwerkbranche een compensatie wil, zegt bestuurskundige Georgina Kuipers. "Soms neemt de overheid beslissingen waardoor je niet meer op dezelfde manier je bedrijf kunt runnen als je deed, en het is niet zo gek dat je daar dan compensatie voor verwacht." Ze noemt andere beroepsgroepen die moesten stoppen en daar geld voor kregen, zoals nertsenfokkers, oesterkwekers en kokkelvissers. Hoe hoog de compensatie wordt, is volgens Kuipers deels een juridische, deels een politieke keuze. Daarbij speelt mee in hoeverre een beslissing wel of niet te verwachten was. "In het geval van toeslagenouders en gedupeerden van aardbevingsschade in Groningen is zeker sprake van uitzonderlijke omstandigheden." Of het vuurwerkverbod een plotselinge verandering is, is volgens Kuipers de vraag. Ze wijst hierbij op de jarenlange maatschappelijke discussie over het vuurwerkverbod. Niet blij met onduidelijkheid Vuurwerkhandelaar Frits Pen uit Enschede vindt het vuurwerkverbod "een heel dom idee". "Er is al illegaal vuurwerk en ik ben bang dat veel meer wordt door het vuurwerkverbod." Pen vreest dat de grote vuurwerkimporteurs het meest gaan profiteren van de compensatieregeling, en dat de kleine verkopers pech hebben. "Dat gaat altijd zo", stelt Pen. Hij wil snel duidelijkheid over de compensatie. Vuurwerkhandelaar Til heeft "gelukkig" nog een andere baan. Andere vuurwerkhandelaren zullen volgens hem grote financiële schade lijden door het vuurwerkverbod. "Ik heb concullega's die nog een huurcontract hebben van vijf jaar." Ook Pen heeft er andere inkomsten naast. Hij organiseert vuurwerkshows, dit jaar in Rotterdam, Amsterdam, Arnhem en Waddinxveen. Die shows zullen in de toekomst mogelijk op meer plekken plaatsvinden, als alternatief voor zelf afsteken. Maar opvallend genoeg vindt Pen vuurwerkshows geen realistische vervanging. Voor het organiseren van vuurwerkshows moet je een certificaat hebben, en die certificaathouders zijn er volgens hem te weinig. Bovendien wil je het liefst meerdere gekwalificeerde medewerkers bij een show, stelt hij. "In Amsterdam en Rotterdam hebben wij al twee of drie certificaathouders bij een show. Het moet wel goed gebeuren."